Skip to main content

Met welke opdracht stuurt OnderwijsConnected haar kwaliteitscoördinatoren (voorheen ib’ers) op pad? Een interview met directeur Ton Markink en kwaliteitscoördinatoren Annemieke Hurenkamp en Walentina Karelsen.

“De kwaliteitscoördinator heeft drie rollen. Of en hoe deze rollen moeten worden ingevuld, hangt af van de opdracht die hij of zij heeft meegekregen”

‘De functie van ib’er heeft in de afgelopen decennia een flinke transitie doorgemaakt’ vertellen Annemieke en Walentina. ‘Van begeleider van individuele leerlingen met speciale onderwijs- en ondersteuningsbehoeften ontwikkelde de ib’er zich naar regisseur van de zorg, en de laatste jaren is de rol aan het veranderen naar die van kwaliteitscoördinator.’ De onduidelijkheid in het takenpakket die door deze veranderingen ontstaat, zette Francis van Haandel en Pim Pollen ertoe aan om samen met ib’ers een nieuwe visie op het vak te ontwikkelen1. In deze visie heeft de kwaliteitscoördinator drie rollen: die van leercoördinator, zorgregisseur en trendanalist. Vanuit hun ervaring als kwaliteitscoördinator lichten Annemieke en Walentina deze rollen toe:

1. Leercoördinator
‘Binnen de schoolmuren is veel kennis en ervaring aanwezig. Maar deze wordt vaak onvoldoende
gedeeld. In de rol van leercoördinator organiseert de kwaliteitscoördinator het leren van en met
leerkrachten. Onder andere via actieteams, werkgroepen of professionele leergemeenschappen. Het
ondersteunen van leerkrachten in hun ontwikkeling en professionalisering heeft als doel hen toe te
rusten met vaardigheden waarmee ze de leerlingen helpen tot ontwikkeling te komen. Dat is de kern
van het vak van kwaliteitscoördinator. Omdat het per school verschilt wat hiervoor nodig is, vraagt
dit van de kwaliteitscoördinator dat deze een helicopterview heeft op wat er in een school speelt en
nodig is; over parate kennis beschikt van het inspectiekader op goed onderwijs; op de hoogte is van
de nieuwste inzichten over leren leren; en over vaardigheden beschikt om leerkrachten te coachen
naar het pakken van hun professionele rol. Onderwijskwaliteit hoort niet alleen tot de portefeuille van de kwaliteitscoördinator, maar ook tot die van de directeur. Deze kan daarom fungeren als
sparringpartner.’

2. Zorgregisseur
‘Vaak komt een kwaliteitscoördinator binnen met een opdracht binnen de rol van zorgregisseur. Hij
of zij moet bijvoorbeeld de sociale kaart van het dorp of de stad in kaart brengen, zodat elk kind de
zorg kan krijgen die het nodig heeft. Of zorgen voor verbetering van het zicht op ontwikkeling en de
zorgstructuur binnen de school. Het regisseren van de zorg was voorheen een taak die vooral op de
schouders van de ib’er werd gelegd. Maar als de scheidslijn tussen zorg en onderwijs (welk probleem
hoort waar?) eenmaal duidelijk is, is het uiteindelijk toch de leerkracht die de ondersteuning voor het
kind moet organiseren en afstemmen, met name binnen de groep. De laatste jaren zien we daarom
gelukkig steeds meer een verschuiving naar een gedeelde verantwoordelijkheid.’

3. Trendanalist
‘De derde rol van de kwaliteitscoördinator is die van trendanalist. Als kwaliteitscoördinator breng je
de schoolopbrengsten in kaart en analyseer je deze. Welke trends zijn er te zien? Halen we eruit wat
erin zit? Passen de schoolopbrengsten bij de schoolweging en schoolpopulatie? Wat is er nodig, aan
welke knoppen moeten we draaien en wat betekent dat voor het handelen van de leerkrachten?’

Van rollen naar opdracht

Of en hoe de kwaliteitscoördinator deze drie rollen moet invullen, hangt volgens Annemieke en
Walentina af van de opdracht die hij of zij heeft meegekregen. Elk schoolbestuur en iedere school
heeft immers zijn eigen uitdagingen en behoeften. ‘Bovendien varieert de kwaliteit van de opdracht
enorm. Niet elk bestuur heeft helaas evenveel zicht op de kwaliteit van haar scholen. De werkelijke
vraag komt lang niet altijd overeen met de initiële opdracht.’ Zo werd Annemieke in een school,
waarvan werd aangegeven dat de basis van de zorgstructuur op orde was, binnengehaald om zich te
richten op herstel van de ouderparticipatie, maar bleek al na enkele weken dat er binnen alle rollen
van de kwaliteitscoördinator uitdagingen lagen. Ook Walentina maakte meerdere keren mee dat er
meer aandachtspunten waren dan in de opdracht waren aangegeven: ‘De opbrengsten zijn dan
bijvoorbeeld wel boven de signaalwaarde van de inspectie, maar lager dan je op basis van de
schoolweging mag verwachten. In de opdracht was daar niets over gezegd.’ Ton vult aan: ‘Of de
kwaliteitscoördinator krijgt de opdracht om de zorgstructuur van een school aan te pakken, omdat
die niet op orde is. Maar het werkelijke probleem blijkt onvoldoende leiderschap van de directeur te
zijn.’

Noodzakelijke herijking

‘Het heeft geen zin heeft om spelers vol te stoppen met opdrachten, in het veld loopt het toch altijd
anders’, zei voetbalicoon Johan Cruijff eens. ‘Dat de praktijk anders is dan de opdracht deed
vermoeden, geldt ook voor kwaliteitscoördinatoren in het onderwijs’, zegt Ton Markink, directeur
van OnderwijsConnected. ‘Als bestuur of schooldirectie kun je blinde vlekken hebben, of
onvoldoende kennis van de werkzaamheden van kwaliteitscoördinatoren. Daardoor sluit de opdracht
niet altijd aan bij wat er werkelijk nodig is. Maar dat betekent niet dat je iemand dan maar zonder opdracht op pad moet sturen. Misschien vond Cruijff dat zelf uiteindelijk ook, gelet op zijn beroemde
uitspraak ‘Ik heb een vreselijke hekel aan iemand die beweegt, maar niet weet waar naartoe.’ Wel
betekent de gap tussen opdracht en praktijk dat de kwaliteitscoördinator, eenmaal in het veld, de
opdracht moet kunnen herijken. De eerste opdracht waarmee wij vanuit OnderwijsConnected onze
kwaliteitscoördinatoren op pad sturen, is daarom altijd om de vraag achter de vraag te vinden. Een
week of vier tot zes na de start houden zij de opdracht nog eens kritisch tegen het licht en herijken ze
deze zo nodig. En ook daarna blijft het natuurlijk zaak om te kunnen blijven meebewegen met
nieuwe vragen en ontwikkelingen. Oplossingen te kunnen bedenken voor nieuwe situaties.
Strategische wendbaarheid is voor onze kwaliteitscoördinatoren een belangrijke competentie. Want
in het veld loopt het altijd weer anders.’

Lees ook:

Cruijff en het lerarentekort

Tijd voor focus, Onderwijsraad, 25 maart 2021